Bij elk werk zijn verbeelding en vaardigheid onlosmakelijk met elkaar verbonden. Van de verbeelding zou je kunnen zeggen, dat het een tomeloos wezen is, dat beteugeld moet worden om te voorkomen dat het werk een zooitje wordt. Het andere is een braverik die je met discipline aan de teugel meevoert.
Idee gevat in beeld is het mysterie van de kunst, zodat het tot op heden onbereikbaar is gebleven voor een sluitende omschrijving.
Kunst en religie komen voort uit dezelfde energie, maar hebben anders dan de bron weinig met elkaar gemeen. Vinden we in de religie de idee van het dogma terug, in de kunst het dogma van de vrije idee.
Poëzie is de verbeelding waarmee de mens zich verheft en zich te gronde richt.